MAKE A MEME View Large Image Heb een nichtje, ze heet Adel, 'n Aardig lief meisje, je kent haar wel, 'n Beetje scheel, maar dat hindert niet, Verlief wordt ge daadlijk als g' haar ziet. 'k Zou met haar naar de kermis gaan, Doch deez' grap kwam mij duur te staan, Ach, ...
View Original:Groningen_Uitgeverij_B._Jacobs;_geillustreerde_volkswijsjes:_Adele,_Adele_1901.jpg (1887x1212)
Download: Original    Medium    Small Thumb
Courtesy of:www.flickr.com More Like This
Keywords: 'k Heb een nichtje, ze heet Adel, 'n Aardig lief meisje, je kent haar wel, 'n Beetje scheel, maar dat hindert niet, Verlief wordt ge daadlijk als g' haar ziet. 'k Zou met haar naar de kermis gaan, Doch deez' grap kwam mij duur te staan, Ach, sprak Adele, 'k durf haast niet, Als men mijn oogen ziet. Adele, Adele, Niemand die op je oogen let, Wij klinken, wij drinken, Met kermis heeft iedereen pret. Zoo gingen wij naar den schouwburg nu heen, Adele was echter vlug ter been. Ze had wel twee beenen, maar wat een kruis, 't Een was van hout en 't and're niet pluis, Eensklaps daar raakten wij in het gedrang Ze fluisterde, Willem, ik word toch zoo bang, Mijn been dat zit los, ik raak het haast kwijt, Ik troostte de aardige meid: Adele, Adele, Niemand die op je beenen let, Wij klinken, wij drinken, Met kermis heeft iedereen pret. Eindelijk kwamen wij in de zaal, Maar lieve Hemel, wat een schandaal, De leuning der loge was veel te laag, Adele haar bochel schoot in de kraag. Zij kon onmogelijk zitten gaan. Engel, dan moet je maar blijven staan, Ach, zuchtte zij, Willem, nooit doe ik het weer, Ik schaam mij, ik schaam mij zoo zeer. Adele, Adele, Niemand die op je bochel let, Wij klinken, wij drinken, Met kermis heeft iedereen pret. Zoo stond nu Adele slechts een korte poos, 'n Heer achter haar werd verschrikkelijk boos, Niets kon hij zien door Adele haar schuld, Nijdig riep hij: pak je weg met je bult. 'k Wierp m' op den kerel, dat was toch mijn plicht Adele werd woedend, vloog m' ook in 't gezicht, Daar verloor zij haar kapsel en stand een, twee, drie Met 'n hoofdje zoo kaal als m'n knie. Adele, Adele, Niemand die op je haaren let, Wij klinken, wij drinken, Met kermis heeft iedereen pret. Het slot van de zaak dat begrijpt u alras 'n Agent van politie kwam juist van pas, Die nam ons beiden mee naar 't bureau, Adele geboeid en ik evenzoo. Met een been, zonder haar, 't was een treurig gezicht, Nee, zoo'n kermis vergeet ik niet licht, Maar toch verloor ik mijn vroolijkheid niet, En 'k zong als refrein van mijn lied: Adele, Adele, Niemand die op je schoonheid let, Wij klinken, wij drinken, Met kermis heeft iedereen pret. 'k Heb een nichtje, ze heet Adel, 'n Aardig lief meisje, je kent haar wel, 'n Beetje scheel, maar dat hindert niet, Verlief wordt ge daadlijk als g' haar ziet. 'k Zou met haar naar de kermis gaan, Doch deez' grap kwam mij duur te staan, Ach, sprak Adele, 'k durf haast niet, Als men mijn oogen ziet. Adele, Adele, Niemand die op je oogen let, Wij klinken, wij drinken, Met kermis heeft iedereen pret. Zoo gingen wij naar den schouwburg nu heen, Adele was echter vlug ter been. Ze had wel twee beenen, maar wat een kruis, 't Een was van hout en 't and're niet pluis, Eensklaps daar raakten wij in het gedrang Ze fluisterde, Willem, ik word toch zoo bang, Mijn been dat zit los, ik raak het haast kwijt, Ik troostte de aardige meid: Adele, Adele, Niemand die op je beenen let, Wij klinken, wij drinken, Met kermis heeft iedereen pret. Eindelijk kwamen wij in de zaal, Maar lieve Hemel, wat een schandaal, De leuning der loge was veel te laag, Adele haar bochel schoot in de kraag. Zij kon onmogelijk zitten gaan. Engel, dan moet je maar blijven staan, Ach, zuchtte zij, Willem, nooit doe ik het weer, Ik schaam mij, ik schaam mij zoo zeer. Adele, Adele, Niemand die op je bochel let, Wij klinken, wij drinken, Met kermis heeft iedereen pret. Zoo stond nu Adele slechts een korte poos, 'n Heer achter haar werd verschrikkelijk boos, Niets kon hij zien door Adele haar schuld, Nijdig riep hij: pak je weg met je bult. 'k Wierp m' op den kerel, dat was toch mijn plicht Adele werd woedend, vloog m' ook in 't gezicht, Daar verloor zij haar kapsel en stand een, twee, drie Met 'n hoofdje zoo kaal als m'n knie. Adele, Adele, Niemand die op je haaren let, Wij klinken, wij drinken, Met kermis heeft iedereen pret. Het slot van de zaak dat begrijpt u alras 'n Agent van politie kwam juist van pas, Die nam ons beiden mee naar 't bureau, Adele geboeid en ik evenzoo. Met een been, zonder haar, 't was een treurig gezicht, Nee, zoo'n kermis vergeet ik niet licht, Maar toch verloor ik mijn vroolijkheid niet, En 'k zong als refrein van mijn lied: Adele, Adele, Niemand die op je schoonheid let, Wij klinken, wij drinken, Met kermis heeft iedereen pret.
Terms of Use   Search of the Day